Van Baskenland tot Catalonië: Roda de Isàbena tot Planoles

Deze reis door de Pyreneeën vertrekt vanuit Biarritz, een plek die gemakkelijk bereikbaar is met de trein. Je kan er je motor gemakkelijk naartoe verschepen met de autotrein. Lees meer over je motor op de autotrein zetten in dit artikel. Deze route laat je alle aspecten van de Spaanse Pyreneeën in één dag zien. We vetrekken met de Isàbena aan onze zijde richting Zuid naar Benabarra. Onderweg rij je over de Cerro Calvera, een indrukwekkende rotsformatie waar ook mountain bike routes liggen. Benabarra is nog zo'n slaperig Spaans stadjes waar niets te beleven valt, maar wel met een groot fort bovenop de berg. Het gebouw van Moorse origine staat op weinig toeristische kaarten maar werd recent tot in de puntje gerestaureerd en is zeker een stop waard.

Hier nemen we even de hoofdweg richting oost naar Tremp en verder opnieuw op bochtige bergwegen. Wie voor een culinair avontuurtje te vinden is moet zeker de route volledig volgen tot Montanisell. Dat betekent een 7-tal kilometer off-road rijden, maar niets wat ervaren motorrijder op een hoogpoter of zelfs een tourmotor niet aankan. Aan het einde van dit stukje avontuur wacht je Cal Borda (rij gewoon de binnenkoer op). In dit restaurant laat je je best verwennen door de 'dagschotel', dat betekent als voorgerecht huisgemaakte worst (salami, chorizo, ...) naar believen zelf van snijden, en vervolgens een lekker stoofpotje. Wij lieten ons van elk van de vier hoofdschotels een beetje serveren (konijn, kip, varkenspoot en lokaal geschoten everzwijn). En net als je denkt dat je de enige bent die daar die middag komt eten, loopt het restaurant vol met locals en avontuurlijke toeristen.

Vanuit Montanisell kan wel terug over het asfalt terug weg. We laten letterlijk Andorra links liggen en duwen even door in de skigebieden meer naar het oosten. Eindbestemming is Planoles, alweer een klein Spaans dorp dat ergens verloren ligt tussen La Molina en Ribes. Als kers op de taart van de motordag krijg je de een afdaling geserveerd dat alle beroemde Zwitserse bergpassen laat verbleken.

In Planoles vind je camping Can Fosses, een rustige camping met goede infrastructuur. Shoppen doe je bij de lokale bakker en kruidenier die je in vlot Catalaans te woord staan.

Van Baskenland tot Catalonië: Biescas tot Roda de Isàbena

Deze reis door de Pyreneeën vertrekt vanuit Biarritz, een plek die gemakkelijk bereikbaar is met de trein. Je kan er je motor gemakkelijk naartoe verschepen met de autotrein. Lees meer over je motor op de autotrein zetten in dit artikel. Vanaf de camping in Gavin vertrekt de route opnieuw richting oost. Het eerste bord zegt: 22 kilometer bochtige weg ... FEEST! En het houdt niet op bij 22 kilometer, zowat 90% van de dag zullen we doorbrengen met sturen van één bocht naar de andere. Deze streek is ook bekend omwille van de mooie bergwandelingen, parapente en ULM vluchten. Dat toerisme brengt ook de nodige horeca met zich mee en het is dan ook geen probleem om een lekkere 'menu del dia' te vinden op en een terrasje en tegen democratische prijzen. Wij lunchten in Castejòn de Sos, in de hoofdstraat vind je verschillende leuke plekken, en kan je motor vlot kwijt.

Nog 50 kilometer bergbochten verder slaan we rechts af naar het zuiden en volgen kronkels van de Isàbena rivier tot Roda de Isàbena. Dit piepklein dorp kijkt uit over de ganse streek en laat je alle aardrijkskundige fenomenen zien die je op school in theorie hebt uitgelegd gekregen. En het dorp heeft nog meer te bieden, het is namelijk het kleinste dorp met een kathedraal in gans Spanje. Zeker de moeite waard van een bezoek waard en neem ook de tijd om een rondleiding te nemen in de kathedraal. Als motorrijder zit je hier perfect om allerhande ritjes te maken, zowel on-road als off-road.

Het mag dan ook niet verbazen Camping Isàbena een kilometer terug altijd wel een aantal motorrijders op bezoek heeft. De Spaanse sfeer en Duitse organisatie van de familie Badia zorgt voor een perfect mix.

Van Baskenland tot Catalonië: St-Jean-Pied-de-Port tot Biescas

Deze reis door de Pyreneeën vertrekt vanuit Biarritz, een plek die gemakkelijk bereikbaar is met de trein. Je kan er je motor gemakkelijk naartoe verschepen met de autotrein. Lees meer over je motor op de autotrein zetten in dit artikel. De Spanjaarden noemen 'hun' kant van de Pyreneeën niet voor niets de 'droge' kant. Het kan aan de Franse kant behoorlijk vochtig zijn, dus gaan we vanaf hier resoluut richting Spanje. Maar niet zonder eerst nog even een prachtig bergpad (perfect berijdbaar) te kiezen met fenomenale vergezichten en kans op ontmoetingen met met gieren (wij zagen er twee van dichtbij), koeien en schapen. Schrik niet als je een bocht om rijdt en daar plots 600 kilogram rundsvlees staat naar jou te kijken. Wat verderop zijn het dan weer paarden die vrij in de natuur rondlopen. Wat verderop slaan we af richting Zuid, de vallei van de Ossau in die ons tot 1800 meter hoog zal leiden langs de Col d'Ossau. Hou die camera klaar voor nog meer prachtige plaatjes van alpenweiden, bergtoppen, grazende koeien met grote bellen en nog meer van fraais waarvan je dacht dat de Alpen er een patent op hadden.

Eens de grens met Spanje over dalen we af naar warmere gebieden en in de buurt van Biescas houden we het vele bochtenwerk voor bekeken en slaan we onze tent op in de uiterst comfortabele (zeg maar luxueuze) camping in Gavin. Terrasje, restaurant, supermarktje en een fijn zwembad gecombineerd met ronduit schitterende sanitaire infrastructuur, een aanrader.

Naar het zuiden met de motor op de autotrein

2014-08-16-13.04.49.jpg
Motor op de trein

Motor op de trein

Of op de mototrein zo je wil ...

Edit 2021: De autotrein dienst is ondertussen overgenomen door https://www.hiflow.com.

Het zijn enkel nog motorrijders met grijs haar die zich herinneren dat je in Brussel je voertuig op de trein kon zetten richting Zuiden. Met het verdwijnen van die dienst vanuit Schaerbeek is het idee om je auto of motor op de trein te zetten blijkbaar uit ons collectief denken verdwenen. Geheel onterecht want zeker als motorrijder kan je op die manier een pak verder op reis zonder je zuurverdiende vakantiedagen op een saaie snelweg te slijten. Maar wat kan er precies en hoe werkt het? Mototravel ging op onderzoek uit.

Vanuit Belgie of Nederland zijn er twee mogelijke vertrekpunten: Dusseldorf in Duitsland (met DB) voor wie richting Italië, Frankrijk, Zuid-Duitsland of Oostenrijk wil, en Parijs (met SNCF) voor wie Naar Zuid Frankrijk wil (vanuit Parijs kan je naar Avignon, Biarritz, Bordeaux, Narbonne, Nice en Fréjus-Saint-Raphaël). Voor ons experiment kozen we als bestemming Biarritz helemaal in het Zuiden aan de Atlantische kust.

Om te beginnen reserveer je heel eenvoudig je tickets bij de SNCF op deze website: https://www.hiflow.com (enkel in het Frans, maar zo voor de hand liggend dat dat niet echt een obstakel mag vormen). Geen zin om je beste frans uit te halen? Dan kan je ook een autotrein biljet bij de NMBS telefonisch boeken. Voor ongeveer 180 euro hebben we binnen de 5 minuten gereserveerd en betaald. We kiezen er voor om de biljetten gratis naar huis te laten opsturen. Dat gebeurt binnen de week en wij hadden nog twee weken tijd. Bij het boeken moet je een aantal zaken over de afmetingen van je motor bevestigen. Het enige wat mij een beetje zorgen baarde was de maximale hoogte van 1,5 meter. Onze BMW R1200GSa is zeker hoger, maar als je het scherm losmaakt en eventueel de spiegels eraf haalt blijf je met deze reus onder de limiet. Let wel, je op dit moment heb je enkel een biljet voor je motor, je moet zelf ook nog op je bestemming geraken. Wij kozen ervoor om aansluitend ook biljetten te bestellen voor de TGV naar Biarritz diezelfde dag. Dat is een handig optie, om 11u ’s avonds ben je al in het Zuiden en kan het geniete beginnen. Je kan ook de dag erna kan vertrekken nadat je een nachtje in Parijs hebt doorgebracht, dan kom je rond de middag aan in Biarritz, zowat tegelijk met je motor. De opties vliegtuig of liften hebben we niet uitgezocht.

Bij het pakken van de motor hou je best rekening met de voorwaarde van de autotrein dat losse bagage niet is toegestaan. Dus enkel harde koffers kunnen mee op de trein, al de rest moet je zelf meenemen. Een beetje optimistisch gingen wij ervan uit dat op z'n minst de tent op de motor kon blijven hangen. Als ze er niet afvalt gedurende 250 autostrade-kilometers, dan zal dat op de trin ook wel lukken zeker? Een kleine misrekening, maar daarover later meer. We voorzagen ook een extra tas om motorlaarzen en broek mee te nemen op te trein, en ook tasjes voor de helm.

Gepakt en gezakt ging het op zaterdagochtend richting Parijs. Vertrek rond 10u betekent aankomen rond 13u in Gare de Bercy (in het Zuiden van Parijs). Perfecte timing want we mochten de motor achterlaten bij de trein tussen 13u en 17u30. Alles zat mee en we waren al voor 13u aan het station. Geen probleem, er stond zelfs al een drietal motoren klaar met dezelfde bestemming. De sympathieke begeleider wist ons te vertellen dat er helemaal niets los moet aan de motor om onder se 1,5 meter te komen. Er hangt een bordje tegen een pilaar die de maximale hoogte aangeeft en daar bleef de GSa ruim onder. Als het over de bagage ging is de man echter minder flexibel. Tassen, of in ons geval de tent, die met snelbinders of spanriemen op de motor hangen gaan mee 'op eigen risico', en hij adviseerde ten stelligste om toch maar alles mee te nemen. Op de waarom-vraag komt een duidelijk (?) antwoord: op de trein kunnen altijd vonken van de electrische bovenleidingen springen en de spanriemen doorbranden ... Wat dat dan met de lak, zadel of andere plastic motoronderdelen doet is ons een raadsel. Maar goed, we waren ingesteld op het betere hijs en sleurwerk dus die tent kon er ook nog wel bij. Nog even een handtekening op een formuliertje waarop bestaande schade aan de motor is aangemerkt en we kunnen weg. Dat laatste lijkt eerder een formaliteit bedacht door een ambtenaar die nog nooit in een station geweest is want het blijft bij twee kruisjes voor een kras en een loszitten stukje plastic. De gedeukte kleppendeksels links en rechts en andere ‘gebruikssporen’ van twee weken off-road in IJsland zijn blijkbaar niet het noteren waarde. Al bij al gaf vooral het personeel ons wel het nodige vertrouwen. Op eenvoudige vraag werd in detail uitgelegd hoe de motor zou vastgemaakt worden (met speciale, onbrandbare, riemen) en onze motor is zeker niet de enige die op de trein gezet werd of terugkwam. We zagen onder andere een fancy Can-Am staan en enkele prijzige Harley’s veilig van de trein rollen.

Eens de motor afgeleverd namen we een taxi naar Gare Montparnasse waar we later die middag een TGV zouden nemen. Metro had ook gekund maar we willen het sleuren met tassen, laarzen en helmen toch een beetje binnen de perken houden. Op dezelfde reden stopten we de gehele zwik in een baggage locker in het station terwijl we de buurt van het station verkenden en een hapje aten. Als je al die zaken begint op te tellen dan loopt de rekening wel op, 7 euro hier en 12 euro daar,  200 euro TGV (voor twee) en straks in Biarritz moeten we ook nog in het stadscentrum geraken en natuurlijk een hotel betalen. Dus een grote besparen tegenover zelf rijden doe je niet.

De rit naar het Zuiden verliep vlotjes. Terwijl we tegen 300 km/u door Frankrijk gleden vroegen we ons af hoe we 5u 30 min onderweg gingen zijn. Een dik uur na vertrek zijn we al bijna halfweg. Het antwoord volgde snel: Hoe verder we van Parijs verwijderd waren hoe trager de trein ging rijden. Eerst viel de snelheid terug naar 150km/u en dan volgende er een reeks tussenstops. Maar stipt om 10u45 rolden we het bescheiden station van Biarritz binnen. Twee haltes verder zoud de trein aan het eindstation Hendaye aankomen, vlak bij de Spaanse grens. Een taxi te pakken krijgen bleek op een zomerse zaterdagavond niet zo evident en toen we meer dan een half uur later nog steeds stonden te wachten besloten we op de net aangekomen lijnbus te springen. Op die manier kwamen we ook tamelijk vlot en voor 2 euro in plaats van 15 euro bij ons hotel in centrum Biarritz. Wij checkten in bij Hotel Oxo en vonden dat perfect. In het centrum maar toch rustig, netjes en aangenaam en niet te duur (ongeveer 90 euro).

Op zondag voormiddag namen we de tijd voor een bezoekje aan de stad en aten we een hapje in de buurt van 'Les Halles'. Maar zo tegen 13u begon de motor microbe toch flink te kriebelen, wetende dat we ons stalen ros vanaf 12u mochten ophalen aan het station. Dus bagage oppikken en taxi richting station!

Daar aangekomen zagen we de beemer netjes staan op een afgesloten terrein. In ruil voor de papieren die we bij aflevering kregen, overhandigde de vriendelijke dame in het kantoor ons de sleutel van de motor. Ze wandelt even mee op de poort te openen en enkele minuten later staan we op straat met een motor die tip top in orde blijkt. Nog even de losse baggage opbinden en de reis kan nu echt beginnen.

Met welke kosten moet je rekenen? (prijzen bij benadering op basis van onze ervaring in de zomer en  twee weken op voorhand geboekt)

  • Treinticket motor: 180 euro

  • Ticket motorrijder: 90 euro

  • Taxi van Gare de Bercy naar Gare Montparnasse: 13 euro

  • Locker: 7 euro

  • Bus naar hotel in Biarritz: 2 euro

  • Overnachting: 90 euro

  • Taxi naar station Biarritz: 12 euro

Links:

Van Baskenland tot Catalonië: Lekeitio naar St-Jean-Pied-de-Port

Deze reis door de Pyreneeën vertrekt vanuit Biarritz, een plek die gemakkelijk bereikbaar is met de trein. Je kan er je motor gemakkelijk naartoe verschepen met de autotrein. Lees meer over je motor op de autotrein zetten in dit artikel. Vandaag trekken we Baskenland door van het Westen naar het Oosten. Wie wat extra tijd heeft moet zeker langs Bilbao gaan, maar onderschat het aantal kilometers in deze route niet. Het zijn er maar 171, maar het aantal bochten is fenomenaal. Zelfs van het aantal haarspeldbochten raakten we de tel kwijt. En dat allemaal op rustige wegen, geen caravans of campers te bespeuren, en doorheen eindeloze bossen. Nu weten we (ongeveer) waar de Baskische onafhankelijkheidsstrijders zich schuil houden. Die Baskische ziel voel je trouwens op één of andere manier voortdurend. Dit zijn niet de Spanjaarden die we gewoon zijn te ontmoeten aan de Costa Del Sol. Heel ingetogen mensen die bijzonder blij zijn als ze een bezoeker kunnen verwennen met een eenvoudige maaltijd. Bewijs daarvan was een middagstop in restaurant Arakindegia in Leitza. We konden de motor parkeren in het steegje naast het restaurant zodat de kok van achter het fornuis een oogje in het zeil kon houden en om het menu te verduidelijken werd van elk gerecht een voorbeeldje naar de tafel gebracht. Een aanrader voor wie een stukje Baskische keuken van de gewone man wil leren kennen. Eerder konden we die ietwat vreemde sfeer opsnuiven in Azkoitia waar we op het dorpsplein van een koffie genoten samen met de dorpsoudsten. Dat stadje bleek trouwens de geboorteplaats te zijn van de moeder van Sint Ignatius van Loyola, de stichter van de Jezuïten orde.

Naarmate we verder naar het Westen trekken komen we ook in hoger gebergte terecht en steken we tenslotte de Spaans-Franse grens terug over bij de Izpegi Pas. We duiken de vallei aan de Franse kant in richting St-Jean-Pied-de-Port, een bekende pleisterplaats voor pelgrims op weg naar Santiago de Compostella. Hier maken ze zich klaar om de Pyreneeën over te steken. Spijtig genoeg betekent dit ook dat het stadje één grote markt is waar toeristen, pelgrims en souvenir verkopers elkaar builen lopen. Voor ons logement rijden we dan ook terug de stad uit richting St-Jean-le-Vieux om ons daar op de rustige camping municipal (eenvoudig en netjes, en vooral rustig) te installeren me een fles wijn.

Download GPS Route: GPS route Van Baskenland tot Catalonië: Lekeitio naar St-Jean-Pied-de-Port

De Route:

Links:

Van Baskenland tot Catalonië: Biarritz naar Lekeitio

Deze reis door de Pyreneeën vertrekt vanuit Biarritz, een plek die gemakkelijk bereikbaar is met de trein. Je kan er je motor gemakkelijk naartoe verschepen met de autotrein. Lees meer over je motor op de autotrein zetten in dit artikel. Biarritz is een typische 'oude glorie' dit nog steeds schijnt. Een geliefkoosde bestemming voor Fransen die zee en bergen (de Pyreneeën) willen combineren, maar ook de plek waar hippe jongeren komen om te surfen. Een (heel) klein beetje Californië in Europa dus, ook al omdat de kustroute die we straks zullen volgen in Spanje heel wat gelijkenissen vertoond met de Pacific Coast Highway. Vooraleer we daar zijn loodst de route ons langs het station van Biarritz (waar je de dus eventueel de motor kan oppikken) en in de richting van de grens met Spanje. We nemen een beetje afstand van de zee en duiken de uitlopers van de Pyreneeën voor het eerst in om vervolgens bij San Sebastian terug zicht te krijgen op de Golf van Biskaje. San Sebastian (of Donostia in het Baskisch) is trouwens meer dan de moeite waard om te bezoeken. Dus als je op tijd vertrokken bent in Biarritz, trek dan zeker een uur of twee uit voor een uitgebreide stop.

Van hieruit gaat het verder langs een kustweg die steeds kleiner en pittoresker wordt. Achter elke bocht schuilt alweer een nieuw adembenemend zicht, ronduit fantastisch. Het einddoel van de rit is Lekeitio. Wat op er op de kaart uitziet als een onbeduidend vissersstadje blijkt een fijne badplaats die enkel door Spanjaarden (en Basken) ontdekt is. Een leuke extra voor de zwemmers is het eiland dan voor de kust ligt en afhankelijk van de waterstand te voet of al zwemmend bereikbaar is. Aan de haven ligt een prachtige Basiliek bij een typisch Zuiders plein, en verderop kan je op één van de vele terrasjes genieten van een kop koffie of iets fris. Het aantal restaurants is dan weer beperkt, wij genoten van een lokale witte wijn en pinxtos (tapas) bij Antzarrak.

Voor de overnachting kunnen we camping Endai aanbevelen als een rustige plek met eenvoudig maar net sanitair. In het lokale winkeltje/bar kan je het noodzakelijke kopen om te eten, or ontbijten. Heb je geen tent mee dan is er ook een klein pension verbonden aan de camping. Daarvoor kan je best reserveren. Je komt deze camping trouwens al tegen twee kilometer voor je in Lekeitio bent.

Deel twee van de Andalusië motortrip

Deel twee van de motortrip door Andalusië staat online!

Geniet van een zorgenloze motor rit van Cordoba naar Antequera. Van de historisch stad Cordoba door het Andalusische platteland naar Antequera rij je door een gebied dat weinig door toeristen bezocht wordt. Rivieren, beken en meren zijn de leiddraad van deze route die je naar verassende plekken brengt weg van de platgetreden paden in Andalusië.

IMG_0692

Van Cordoba naar Antequera in het spoor van het water

Van de historisch stad Cordoba door het Andalusische platteland naar Antequera rij je door een gebied dat weinig door toeristen bezocht wordt. Rivieren, beken en meren zijn de leiddraad van deze route die je naar verassende plekken brengt weg van de platgetreden paden in Andalusië. Andalusië Deel 2: Van Cordoba naar Antequera in het spoor van het water.

Met een bezoek aan Sevilla en Cordaba (zie Deel 1 van de Andalusië motor trip) heb je wellicht genoeg cultuur en geschiedenis op gedaan om nog eindeloos veel kilometers over te mijmeren. Dat kan op deze route richting Zuid, maar hou er wel even de gedachten bij, want overstekende schapen zijn niet uitgesloten.

Route:

We vertrekken uit Cordoba richting Zuid. Eens uit de stad zoeken we de N432 op die door ons uit de valei van de Guadalquivir leidt naar een paar hedendaagse Andalusische provinciesteden. Espejo, Montilla, Aguilar de la Frontera en Lucena zijn verbonden met een smetteloos asfaltlint, al dan niet in aanbouw. Rij zeker eens door deze stadjes en geniet van de typische Zuiderse ambiance, tijd voor een koffietje is er altijd wel.

Maria Santisima de Araceli

Net voorbij Lucena gaan we devoot op zoek naar "El Santuario Araceli", een leuk klim met de motorfiets die respect afdwingt voor zij die bij de jaarlijkse festiviteiten de maagd van Araceli naar beneden brengen. De top van de berg waar de kapel gevestigd is vormt een perfecte plek voor een picnic met uitzicht (er zijn zelfs picnic tafels voorzien. De bar die tegen de kapel aangebouwd is voorziet je van een lekker glas wijn en het nodige water om te rehydrateren.

Verder richting Zuid komen we opnieuw in de bergen terecht. Het stuwmeer op de Rio Genil zorgt ook hier voor prachtige vergezichten, zeker ronde het stadje Iznajar dat door het meer op een schiereiland gezet is. Een mooi uitzicht kan je ook al rijdend bewonderen, dus geven we vanaf hier de motor de sporen richting Antequera waar onze volgende overnachtingsplaats op ons wacht.

Bezoeken:

Maria Santisima de Araceli (www.virgendearaceli.com) Uniek gelegen op een heuvel ten Zuiden van Lucena vind je deze kapel ter ere van de heilige Maria van Araceli, patroonheilige van Lucena en het Andalusiche platteland. Het uitzicht op dat platteland is vanaf de heuvel adembenemend. Filmliefhebbers komen er ook aan hun trekken, de kapel speelde mee in een film van Almodovar.

Slapen:

Antequera - Hotel Finca Eslava Net buiten Antequera in een authentieke "Finca" kan je zeer comfortabel overnachten en bijzonder lekker eten in het restaurant. Traditioneel Andalusisch met schitterende wijnen erbij. Bij het hotel hoort ook een groot zwembad met Spa. Het openbaar zwembad is druk bezocht, maar van de sauna, Turks stoombad en whirlpool konden wij zo goed als alleen genieten (laagseizoen). Prijs: OOO Parking: De Finca doet ook dienst als zaal voor feesten, heel veel parking dus en je kan de motor wegzetten buiten het zicht van de openbare weg.

Deel één van de Andalusië reeks staat online

Stuwmeer in het Zuiden van Andalusië
Mototravel.be trok naar Andalusië om er voor U een aantal mooie routes en toeristische trekpleisters in het Zuiden van Spanje te verkennen. Deel één is klaar, binnenkort meer.

Ondertussen kunnen we alvast deze tip meegeven:
Carlo van den Nieuwenhuijzen
verhuurt naast zijn B&B Casa Don Carlos de ideale toermotor voor de Andalusische bergen: een BMW R1200 GS Adventure.

De B&B is centraal gelegen in de buurt van Malaga. Meer informatie op:
www.gsheaven.com of www.casadoncarlos.com

Van Sevilla naar Cordoba door de bergen

De grootste en meest bruisende stad van Andalusië is ongetwijfled Sevilla, de perfecte plek dus om een reis door Zuid-Spanje te beginnen. In deze serie doen we een aantal grote cultuursteden aan en zoeken we tussenin de mooiste motorroutes op. Andalusië Deel 1: Van Sevilla naar Cordoba door de bergen

Je kan met verschillende luchtvaartmaatschappijen naar het Zuiden van Spanje vliegen. Naar Malaga - wat niet zo veraf ligt van Sevilla - zijn er talloze toeristen vluchten, vanuit Brussel kan je naar Sevilla maar dan met een tussenstop in Madrid, wie rechstreeks wil vliegen - best wel een goed idee op deze relatief korte afstand - kan terecht bij Ryanair vanuit Charleroi of waarom niet eens vanuit Parijs (luchthaven Charles de Gaule) van waaruit de Spaanse maatschappij Vueling goedkope vluchten biedt met een excellente service. Wij kozen voor onze verkenning voor dat laatste met als voordeel dat je op een menselijk uur vertrekt uit Parijs (11u) en comfortabel terugkeert (17u45 vertrek en om 20 terug in Parijs). Vueling heeft als bijkomend voordeel dat ze steeds goedkoop zijn (ook als je laat boekt), en dat je zelf je comfort bijkoopt (bagage, meer beenruimte, etc.).

Route:

Kathedraal-Sevilla

Maar de motortrip dan. De snelste weg van Sevilla naar Cordoba is natuurlijk via de snelweg, maar wij kozen voor een omweg langs de bergen. Daartoe verlaten we Sevilla langs het noorden en volgen de valei van de Guadalquivir tot in "La Estacion" om daar links af te slaan richting Noord. Even voorbij Cantillana aan de overkant van de rivier begint de pret. Een biljartlaken dat netjes uitgerold is tussen de heuvels. Echte bergen zijn dit niet, eigenlijk rijden we op de wand die de grens vormt tussen het Spaans hoogplateau en de valei van de Guadalquivir. Maar daar hoeven alleen geografen zich zorgen om te maken, het gaat op en neer en er zijn ontelbare bochten. Met weinig verkeer een soort straten-circuit dus, maar toch even opletten voor traag omhoog kruipende landbouwvoertuigen. Wie de tijd neemt om ook van het landschap te genieten zal twee dingen zien. Enerzijds lopen er door deze eindeloze speeltuin een ontelbaar aantal off-road wegen die voor de fans van het genre een onweerstaanbare drang moeten losmaken, maar die zijn spijtig genoeg meestal afgesloten om de wereldberoemde zwarte varkens van de weg te houden. Deze beesten die zich voederen met de eikels van de kurk- en ander eiken liggen in de volgende tapas bar op jou te wachten onder de vorm van de beroemde Jamon Ibérico.

motogarage-andalusie

De ideale tussenstop vinden we in het dorpje Cazalla de la Sierra, dat trouwens ver op voorhand staat aangegeven als toeristische trekpleister. Rij even door tot het einde van het dorp en daar kan je netjes parkeren op een groot plein. Van daaruit keer je op je stappen terug door een heuse winkel-wandelstraat en aan de andere kant van het dorp is het plein bij de kerk een bezoekje waard. Sla in dit dorp meteen een picnic en voldoende water in want we duiken straks de wildernis in. In de straat parallel met de winkelstraat is er trouwens een motorgarage, maar of die veel ervaring heeft met toermotoren valt te betwijferelen (zie foto).

natuur-andalasie

Vanuit Cazalla is het nog 16 kilometer genieten tot even voorbij Alanis. Buiten dat dorp vind je een mooi uitkijkpunt, de perfecte plek om je mentaal voor te bereiden op 40 kilometer "caretera muy peligroso". Zij die met de supersport naar hier zijn meegekomen kunnen nu best terugkeren want wat volgt is niet geschikt voor gevoelige carters. Er heeft weliswaar asfalt gelegen op dit stuk bergweg maar de vergelijking met een piste houdt meer steek. Ideaal om eens echt gebruikt te maken van de mogelijkheden van je reisenduro, als je het toch aandurft met een toerbuffel let dan toch extra op. De weg is natuurlijk niet zo gevaarlijk als de Spanjaarden het aangeven, maar de aanbevolen snelheid van 40 km/uur is wat ons betreft terecht. Even hard werken dus, maar de beloning is navenant. Als wij een gemiddelde haalden beneden de aangegeven limiet dan was het eerder om met open mond te genieten van dit stukje natuur. Een aanrader met de juiste motor dus.

Eens op de hoogvlakte valt er niet veel meer te beleven dan nog meer mooie uitzichten, schilderachtige nederzettingen en perfecte wegen. Van hieruit gaat het richting Cordoba via alweer een heerlijk bochtige nationale weg. Wie onderweg nog even wil stoppen om de benen te strekken willen we wel nog waarschuwen dat de zijwegen hier als snel overgaan in hetzelfde soort opgebroken asfaltweg als daarnet. We kunnen bevestigen dat je hart wat sneller gaat slaan als je tegen 90km/u de vlakke asfaltweg zit veranderen in een stuk gruyère.

Kathedraal-Cordoba

De oude binnenstad van Cordoba is voor een groot deel autovrij, tenzij je daar logeert in een hotel. Veel van de  betere hotels rondom de wereldberoemde Kathedraal/Moskee hebben een eigen parkeergarage met de gebruikelijke Spaanse stijle afdaling naar de kelder.

Bezoeken:

Sevilla - Kathedraal Een moskee die vervolgens een indrukwekkende Kathedraal werd, daar draaien ze in Andalusië hun hand niet voor om. De Kathedraal van Sevilla is één van de gebouwen die je niet mag missen met als hoogtepunten het altaarstuk (van Vlaams oorsprong) en de klokkentoren die je in theorie met de motor zou kunnen beklimmen. De omgeving van de Kathedraal is trouwens meteen een sfeervol stukje van de stad met talloze terrasjes (in de straat die bij de vlak bij de toren uitkomt).

Sevilla - Real Alcazar Dit prachtig paleis in het midden van de stad waar de verschillende heersers over Sevilla hun intrek namen en hun stempel drukten op het gebouw. Je wandelt er van de ééne verbazend omgeving in de andere, en de tuis lijkt zo weggelopen uit een sprookje va 1001 nacht.

Sevilla - Plaza de Espana Een beetje eigenaardige gebouw dat dateert van 1929  vormt een gigantische halve cirkel waar de inwoners van Sevilla een namiddagje komen ontspannen. Bootje varen of gewoon rondhangen, de sfeer is het belangrijkste.

Cordoba - Kathedraal/Moskee De Kathedraal van Cordoba - La Mesquita - is zo mogelijk nog indrukwekkender dan die van Sevilla. Niet zozeer van de buitenkant gezien, maar eens je binnenkomt in het gebouw ben je goed voor een uurtje ronddwalen en genieten. Het sterkste is nog wel dat waarlijk op zoek moet naar de Kathedraal in deze Moskee. Maar geen nood, wandel gewoon naar het midden van de gigantische ruimte en je zal je ogen niet geloven.

Slapen:

Sevilla - La Casa del Maestro Een heel charmant hotel in het oude huis van een Flamenco meester, heel veel comfort en sfeer. Prijs: OO Parking: Eén straat verder is een publieke overdekte parking, maar één of twee motoren kan je in dit autovrije steegje wel kwijt. Wel even een stevig slot aanleggen. Er is geen restaurant in het Hotel, maar die zijn er voldoende op wandelafstand.

Cordoba - Hotel Conquistador Comfortabel hotel met zicht op de zijkant van La Mesquita Prijs: OO Parking: Eigen parking onder het hotel, met de gebruikelijke stijle afdaling. Dus wel een beetje rijvaardigheid nodig.

Eten:

Sevilla - Tapas La Bodeguita de Romero (vlakbij de stieren arena) Een echte klassieke Tapas bar waar Spanjaarden hun namiddag doorbrengen aan de toog of op terras. Drink er een cervecita bij (klein biertje) dan hoef je alvast niet aan Tom Waes te denken bij het vragen naar "dos cervecas".

Sevilla - Moderne luxe met Michelin ster Met stip de hipste tent van Sevilla is Hotel EME met bijhorende bar en restaurant. Als je iets te vieren hebt of je houdt wel van een stukje culinair avontuur met een stevige prijs is dit zeker een aanrader. Vlak naast de Kathedraal stap je van een wereld van kleine straatjes en artisanale prullen in een regelrechte club die in het centrum van Londen niet zou misstaan.

Sevilla - Authentiek tapas Een tiental minuten stappen van het centrum kom je door steegjes een straatjes in een meer volkse wijk van Sevilla waar de uit 1670 daterende tapas bar "El Riconcillo" zijn deuren voor je open zet. Niet te missen voor wie van authenticiteit houdt. De vloer van de gelagzaal waarschijnlijk nog niet vervangen sinds de tijd dat dit een deel van een klooster was. Het is er steevast druk maar met wat geluk kan je achteraan gaan zitten om er kennis te maken met authentieke Spaanse keuken. Lekker en zonder poespas maar ook een beetje ruw en zonder franje.

Cordoba - Een goede keuze in het Joods kwartier Casa Pepe De La Juderia ziet er klein uit maar in deze aaneenschakeling van kamers kunnen wel 300 gasten zitten. Dit huis is dan ook goed georganiseerd zonder dat er afgedongen wordt op de kwaliteit van het eten of de authenticiteit van de sfeert.

Cordoba - authentiek Midden in de moderne stad op enkele passen van de grote winkelstraten vind je Casa El Pisto. Glip binnen naar de (overdekte) patio en geniet er van de georganiseerde chaos bij een stukje Rabo de Toro (stieren staart).

Cordoba - morderne tapas Garum 2.1 Voor wie het zo'n beetje gehad heeft met authentieke Spaanse bars is deze hippe winebar die een fijn interpretatie geeft aan klassieke tapa gerechten een ideaal plekje.