Test: De BMW C Evolution, scooter, brommer, ???

foto: @kodel

foto: @kodel

Gisteren (zaterdag 20 september) had ik de eer en het genoegen om de elektrische scooter van BMW, de C Evolution aan de tand te voelen. Na het optrekken van de ochtendnevel gaf ik de GS Adventure de sporen richting BMW Brand store in centrum Brussel. Dat is geen ordinaire showroom maar een heus retail concept waar je je kan onderdompelen in het merk BMW, van accessoires tot topmodellen in zowel het motor als auto gamma. Een antieke boxer kijkt er loensend naar de vleugeldeuren van een i8 die tegen de achtergrond van een mega-flatscreen staat te blinken. Zeker eens langs gaan daar op de Waterloo Laan terwijl de minder motorminnende familieleden je Visa-kaart pluimen in de luxe winkels verderop.

Maar, wij (ikzelf en vier andere twitterende en bloggende medemensen - Koen - Gudrun - Kristof en Jan alias JeanLeMotard) kwamen dus voor de elektrische scooter van BMW. Na een korte inleiding en beschrijving van de route trokken we naar de kelder om plaats te nemen op wat er uit ziet als een flashy versie van de ondertussen bekende C600 Sport Maxi Scooter. Maar deze tweewielers hebben dus een elektrische motor en vooral heel veel batterijen aan boord. Het is even wennen wanneer je je tweewieler start en je hoort niets, en vervolgens geen gas moet geven maar 'stroom'. Nog meer wennen is het als je bij de eerste stop de linker hendel stevig aantrekt en blijkt dat dat geen koppeling is maar de achterrem.

Onze voorrijder (die geen scooter meer had, dus even op pad ging met mijn GS) schiet de kleine ring op en hop daar gaan we. 'Gas' open en de elektroscooters schieten vooruit als pijl uit een boog. En dat bijna compleet geruisloos. Enkel wat gezoem en het rollen van de banden zijn te horen, voor de rest blijft het muisstil. We hebben het niet getest maar de indrukwekkende acceleratie laat ongeveer alles met een verbrandingsmotor achter zich. Op basis van onderstaand YouTube filmpje schat ik dat je binnen de 5 seconden aan 100km/u zit. Eerder deze week mocht ik al een Tesla aan de tand voelen en het gevoel is vergelijkbaar. Deze prestatie is des te indrukwekkender als je weet dat de e-scooter zo maar eventjes 265 kilogram weegt, meer dus dan mijn BMW R1200GS Adventure. Dat voel je echter helemaal niet als je ermee rijdt, wel bij het rechtzetten van de pikkel, het 'te voet' manouvreren en een beetje bij het remmen. Te voet de scooter verplaatsen is eigenlijk overbodig, de elektromotor laat zich heel fijn bedienen waardoor je stapvoets kan bewegen, zowel voorwaards als achterwaards (handig!). Stapvoets rijden (dus zonder de voetjes aan de grond) lukt trouwens ook heel goed dankzij het laag zwaartepunt van de scooter. De batterijen zitten helemaal onderaan en daarbovenop klotsen die niet zoals benzine in een tank. Dat maakt dat je op elk moment, traag of snel, rechtdoor op in een bocht op een extreem stabiel voortuig zit. Geen verassingen, en als de bocht of het verkeer je toch verrast dan is er altijd een massa power aanwezig om je route te corrigeren. Enkel bij het diep in de remmen duiken laat het gewicht zich nog even voelen door een lichte trilling in de remmen.

Om tot stilstand te komen kan je twee hendels op het stuur gebruiken maar na een tijdje ga je dat minder en minder doen. Bij het lossen van de gashendel (ik krijg het woord 'stroomhendel' echt niet uit mijn keybord gewrongen) vertraagt de scooter alsof je licht remt en de hiermee opgewekte energie laadt je batterij opnieuw op. Hoeveel je precies remt hangt samen met de rijmodus die je koos: Road (normaal), EcoPro (zuinig dus minder snel accelererend en optimaal recupererend), Dynamic (plezant en straf afremmend) of Sailing (waarvan het nut mij niet duidelijk is, bij het uitbollen rolt de scooter gewoon door zonder recuperatie en dus zonder extra vertraging). Met wat oefening gebruik je op den duur nog nauwelijks de rem waardoor je zowel remblokjes als energie spaart. En het is ook nog eens lekker ontspannend rijden. Driedubbele win dus.

Na ongeveer anderhalf uur stads- en stadsrand verkeer komen we terug aan de brand store. We hebben ongeveer 36 kilometer gereden en mijn scooter staat op 63%. De theoretische actieradius van 100 kilometer per laadbeurt (kostprijs ongeveer 2 euro aan elektriciteit!) lijkt dus te kloppen. Wie echter droomt van een pendelen tussen Brussel en Oostende is er aan voor de moeite. Je trekt heel vlot naar de 120 kilometer per uur (dat is meteen het begrensd maximum) maar tegen die snelheid hou je het maar 50 kilometer vol. De C evolution is dus een echt stadsvoertuig.

Samengevat: super stabiel, stil, super dynamisch, keiplezant om mee te rijden, ziet er cool uit (voor wie van moderne scooter houdt), verbruikt heel weinig en is heel milieu vriendelijk. Direct kopen dus? Ja, als je vooral in om de stad rondtoert en vooral als je de aankoopprijs van 15 500 euro niet te veel vindt. Want dat is waarschijnlijk nog de grootste rem op een gigantisch verkoopsucces.

Off the road

De lokroep van verre reizen is iets wat ons bindt. Het voertuig dat je daarvoor uitkiest is essentieel. Het maakt niet uit of je voor een licht motor of een 6x6 overland truck gaat, je voertuig is je thuis en beste vriend. Dat blijkt ook uit het boek "Off The Road" dat een aantal verhalen, reizen en voertuigen samen brengt die je laten dromen. Een mooi kijk- en leesboek dat je ook nog links en rechts aan nuttige tip helpt. Allemaal mooi vormgegeven met heel veel foto's en kort verhalen. Een geniet-boek dat thuis hoort op de salontafel van elke (salon?)avonturier! Als je nog twijfelde of je camper ging kopen om de wereld te verkennen, dan zit je na het lezen van dit boek gegarandeerd weken online om jouw ideale reisvriend te vinden. Het boek is enkel in het Engels verkrijgbaar.

Meer info: http://shop.gestalten.com/off-the-road.html

Bestellen kan hier

Naar het zuiden met de motor op de autotrein

2014-08-16-13.04.49.jpg
Motor op de trein

Motor op de trein

Of op de mototrein zo je wil ...

Edit 2021: De autotrein dienst is ondertussen overgenomen door https://www.hiflow.com.

Het zijn enkel nog motorrijders met grijs haar die zich herinneren dat je in Brussel je voertuig op de trein kon zetten richting Zuiden. Met het verdwijnen van die dienst vanuit Schaerbeek is het idee om je auto of motor op de trein te zetten blijkbaar uit ons collectief denken verdwenen. Geheel onterecht want zeker als motorrijder kan je op die manier een pak verder op reis zonder je zuurverdiende vakantiedagen op een saaie snelweg te slijten. Maar wat kan er precies en hoe werkt het? Mototravel ging op onderzoek uit.

Vanuit Belgie of Nederland zijn er twee mogelijke vertrekpunten: Dusseldorf in Duitsland (met DB) voor wie richting Italië, Frankrijk, Zuid-Duitsland of Oostenrijk wil, en Parijs (met SNCF) voor wie Naar Zuid Frankrijk wil (vanuit Parijs kan je naar Avignon, Biarritz, Bordeaux, Narbonne, Nice en Fréjus-Saint-Raphaël). Voor ons experiment kozen we als bestemming Biarritz helemaal in het Zuiden aan de Atlantische kust.

Om te beginnen reserveer je heel eenvoudig je tickets bij de SNCF op deze website: https://www.hiflow.com (enkel in het Frans, maar zo voor de hand liggend dat dat niet echt een obstakel mag vormen). Geen zin om je beste frans uit te halen? Dan kan je ook een autotrein biljet bij de NMBS telefonisch boeken. Voor ongeveer 180 euro hebben we binnen de 5 minuten gereserveerd en betaald. We kiezen er voor om de biljetten gratis naar huis te laten opsturen. Dat gebeurt binnen de week en wij hadden nog twee weken tijd. Bij het boeken moet je een aantal zaken over de afmetingen van je motor bevestigen. Het enige wat mij een beetje zorgen baarde was de maximale hoogte van 1,5 meter. Onze BMW R1200GSa is zeker hoger, maar als je het scherm losmaakt en eventueel de spiegels eraf haalt blijf je met deze reus onder de limiet. Let wel, je op dit moment heb je enkel een biljet voor je motor, je moet zelf ook nog op je bestemming geraken. Wij kozen ervoor om aansluitend ook biljetten te bestellen voor de TGV naar Biarritz diezelfde dag. Dat is een handig optie, om 11u ’s avonds ben je al in het Zuiden en kan het geniete beginnen. Je kan ook de dag erna kan vertrekken nadat je een nachtje in Parijs hebt doorgebracht, dan kom je rond de middag aan in Biarritz, zowat tegelijk met je motor. De opties vliegtuig of liften hebben we niet uitgezocht.

Bij het pakken van de motor hou je best rekening met de voorwaarde van de autotrein dat losse bagage niet is toegestaan. Dus enkel harde koffers kunnen mee op de trein, al de rest moet je zelf meenemen. Een beetje optimistisch gingen wij ervan uit dat op z'n minst de tent op de motor kon blijven hangen. Als ze er niet afvalt gedurende 250 autostrade-kilometers, dan zal dat op de trin ook wel lukken zeker? Een kleine misrekening, maar daarover later meer. We voorzagen ook een extra tas om motorlaarzen en broek mee te nemen op te trein, en ook tasjes voor de helm.

Gepakt en gezakt ging het op zaterdagochtend richting Parijs. Vertrek rond 10u betekent aankomen rond 13u in Gare de Bercy (in het Zuiden van Parijs). Perfecte timing want we mochten de motor achterlaten bij de trein tussen 13u en 17u30. Alles zat mee en we waren al voor 13u aan het station. Geen probleem, er stond zelfs al een drietal motoren klaar met dezelfde bestemming. De sympathieke begeleider wist ons te vertellen dat er helemaal niets los moet aan de motor om onder se 1,5 meter te komen. Er hangt een bordje tegen een pilaar die de maximale hoogte aangeeft en daar bleef de GSa ruim onder. Als het over de bagage ging is de man echter minder flexibel. Tassen, of in ons geval de tent, die met snelbinders of spanriemen op de motor hangen gaan mee 'op eigen risico', en hij adviseerde ten stelligste om toch maar alles mee te nemen. Op de waarom-vraag komt een duidelijk (?) antwoord: op de trein kunnen altijd vonken van de electrische bovenleidingen springen en de spanriemen doorbranden ... Wat dat dan met de lak, zadel of andere plastic motoronderdelen doet is ons een raadsel. Maar goed, we waren ingesteld op het betere hijs en sleurwerk dus die tent kon er ook nog wel bij. Nog even een handtekening op een formuliertje waarop bestaande schade aan de motor is aangemerkt en we kunnen weg. Dat laatste lijkt eerder een formaliteit bedacht door een ambtenaar die nog nooit in een station geweest is want het blijft bij twee kruisjes voor een kras en een loszitten stukje plastic. De gedeukte kleppendeksels links en rechts en andere ‘gebruikssporen’ van twee weken off-road in IJsland zijn blijkbaar niet het noteren waarde. Al bij al gaf vooral het personeel ons wel het nodige vertrouwen. Op eenvoudige vraag werd in detail uitgelegd hoe de motor zou vastgemaakt worden (met speciale, onbrandbare, riemen) en onze motor is zeker niet de enige die op de trein gezet werd of terugkwam. We zagen onder andere een fancy Can-Am staan en enkele prijzige Harley’s veilig van de trein rollen.

Eens de motor afgeleverd namen we een taxi naar Gare Montparnasse waar we later die middag een TGV zouden nemen. Metro had ook gekund maar we willen het sleuren met tassen, laarzen en helmen toch een beetje binnen de perken houden. Op dezelfde reden stopten we de gehele zwik in een baggage locker in het station terwijl we de buurt van het station verkenden en een hapje aten. Als je al die zaken begint op te tellen dan loopt de rekening wel op, 7 euro hier en 12 euro daar,  200 euro TGV (voor twee) en straks in Biarritz moeten we ook nog in het stadscentrum geraken en natuurlijk een hotel betalen. Dus een grote besparen tegenover zelf rijden doe je niet.

De rit naar het Zuiden verliep vlotjes. Terwijl we tegen 300 km/u door Frankrijk gleden vroegen we ons af hoe we 5u 30 min onderweg gingen zijn. Een dik uur na vertrek zijn we al bijna halfweg. Het antwoord volgde snel: Hoe verder we van Parijs verwijderd waren hoe trager de trein ging rijden. Eerst viel de snelheid terug naar 150km/u en dan volgende er een reeks tussenstops. Maar stipt om 10u45 rolden we het bescheiden station van Biarritz binnen. Twee haltes verder zoud de trein aan het eindstation Hendaye aankomen, vlak bij de Spaanse grens. Een taxi te pakken krijgen bleek op een zomerse zaterdagavond niet zo evident en toen we meer dan een half uur later nog steeds stonden te wachten besloten we op de net aangekomen lijnbus te springen. Op die manier kwamen we ook tamelijk vlot en voor 2 euro in plaats van 15 euro bij ons hotel in centrum Biarritz. Wij checkten in bij Hotel Oxo en vonden dat perfect. In het centrum maar toch rustig, netjes en aangenaam en niet te duur (ongeveer 90 euro).

Op zondag voormiddag namen we de tijd voor een bezoekje aan de stad en aten we een hapje in de buurt van 'Les Halles'. Maar zo tegen 13u begon de motor microbe toch flink te kriebelen, wetende dat we ons stalen ros vanaf 12u mochten ophalen aan het station. Dus bagage oppikken en taxi richting station!

Daar aangekomen zagen we de beemer netjes staan op een afgesloten terrein. In ruil voor de papieren die we bij aflevering kregen, overhandigde de vriendelijke dame in het kantoor ons de sleutel van de motor. Ze wandelt even mee op de poort te openen en enkele minuten later staan we op straat met een motor die tip top in orde blijkt. Nog even de losse baggage opbinden en de reis kan nu echt beginnen.

Met welke kosten moet je rekenen? (prijzen bij benadering op basis van onze ervaring in de zomer en  twee weken op voorhand geboekt)

  • Treinticket motor: 180 euro

  • Ticket motorrijder: 90 euro

  • Taxi van Gare de Bercy naar Gare Montparnasse: 13 euro

  • Locker: 7 euro

  • Bus naar hotel in Biarritz: 2 euro

  • Overnachting: 90 euro

  • Taxi naar station Biarritz: 12 euro

Links:

IJsland Off Road Routes

IJsland is een paradijs voor wie van natuur houdt en off road wil rijden. Je krijgt overal in IJsland mee dat het strikt verboden is om "off road" te rijden, maar daarmee bedoelen ze dat je de paden niet mag verlaten. Geen probleem want die paden zijn in veel gevallen al uitdagend genoeg, zeker voor een motorrijder met baggage. De routes die onder "IJsland Expeditie" staan vormen een mix van gemakkelijke gravel wegen waar je zelfs met een tourmotor over kan en veel moeilijker stukken met stevige rivier doorwadingen. Zo'n rivier oversteken doe je als motorrijder best niet alleen, reis in groep of wacht tot er andere (bvb. 4x4) reizigers in de buurt zijn voor je de oversteek waagt. Uit ervaring blijkt dat zelfs een BMW R1200GS adventure water kan happen in een te diepe rivier. Tip: neem visserslaarzen mee, zo hou je bij diepere rivieren de voetjes droog.

Volgend blogposts bevatten ook downloadbare routes:

IJsland Off Road - Dag 12: Chillen bij de gletscher

Terwijl reisleider Bart nog lag te pitten genoten we van een heerlijk ontbijtje met pannekoeken en ambachtelijke gebrandde koffie. Reporter Rik zorgde voor de koffie en creerde meteen een nieuwe IJslandse specialiteit: de Geysir koffie (tip: Nooit een persfilter op het vuur laten staan terwijl je hem naar beneden drukt). Zo rond tienen startten we de motoren voor een ritje naar het ijsbergen in het meer in Skaftafell aan de voet van de Vatnajokull Gletscher. Een asfaltritje van een 70tal kilometer verder wandelden we naar het meer en genoten we van het landschap als zaten we op het strand van Ibiza.

Totnogtoe waren we van lekke banden gespaard gebleven maar op de terugweg reed Rik vakkundig over een nagel. Zoals het past voor een reporter koos hij hiervoor een fotogeniek plekje. De tubeless band werd in een recordtijd gerepareerd met pluggen uit de BMW, een pompje uit een Seat en de snelheid van depaneur Bart.

De Belgische nationale feestdag werd afgesloten met ... Pizza's en cola ...

Het was een goede dag :)

IJsland Off Road - Dag 11: Terug naar het Zuiden voor de mooiste etappe

Naar goede gewoonte vertrokken we die ochtend anderhalf uur later dan afgesproken, perfect om een paar updates voor de blog te schrijven. Live zetten zal voor later zijn want er is geen electriciteit in de hut, en de iPhone heeft het zo niet op de vochtigheid, koude en schokken op de motor. We zijn dus even 'off the grid'. We leren ook dat het altijd goed is om bij de locals eens te luisteren naar de situatie van de weg voorop. Dan leer je bijvoorbeeld dat wat twee jaar geleden nog een soort snelweg was, eigenlijk een tijdelijke dienstweg was die indertussen grotendeels weggespoeld is. Maar dat kan ons niet tegen houden want ook op de reguliere weg blijken de rivier doorwadingen zeer goed mee te vallen.

Tegen de middag komen we opnieuw in de beschaving bij een waterkrachtcentrale die 1/4 van de electriciteitsbehoeften van Reykjavik voorziet, stukken asfalt zowaar en een tankstation met open wifi. Na een smakelijk pakje noedels zetten we koers richting het Landmannalaugar gebied. Dit natuurpark wordt door het ganse team verkozen tot mooiste plek in IJsland. We rijden een soort teletubbie land in, je verwacht elk moment dat er een gigantische Tinkie Winkie van achter een berg zal verschijnen. De rivier doorwadingen hebben we niet meer geteld, de botten zijn niet meer nodig. Toch heeft de BMW twee keer bijna water gepakt, dus zo onschuldig waren die doorwadingen ook weer niet meer.

Zo'n mooie plek vraagt om een groepsfoto. Een welwillende nederlander speelt fotograaf op instructies van reporter Rik. Toen wist hij nog niet dat wij hem een paar kilometer verderop zouden helpen bij het vervangen van een wiel. Depannage Bart wordt duidelijk geen rust gegund.

Tegen zeven uur kwamen we aan op zowaar een echte camping met douches en zelfs een wasmachine. Hapje eten en naar bed, want drankjes voor een feestje zijn er niet meer. De camping mag dan al aan een drankenwinkel liggen, die zijn doorgaans niet zo laat open in IJsland.

De Route:

IJsland Off Road - Dag 10: Marathon met sleutelplezier

We wisten reeds vanaf het begin van de reis dat de doorsteek van Askja naar Nyidalur afgesloten was. Door het afsmelten van de overvloedige sneeuw van de voorbije winter is de weg een soort drijfzand geworden, geen doorkomen aan. Dus moest er een omweg gemaakt worden. Helemaal naar Myvatn en dan terug naar het zuiden. Om het extra interessant te maken koos onze gids ervoor om een stukje verder te rijden naar Akureyri om daar een nieuwe route naar het hoogland uit te proberen. De 50km extra asfalt was bepaald geen pretje, verschillende rijders dommelden ei zo na in slaap (na de slapeloze stormnacht) en David maakte een pirouette op het natte asfalt toen zijn motor was afgeslagen. De nieuwe route naar het zuiden bleek een toppertje. Alweer prachtige landschappen langs en door bergrivieren die door de extra sneeuw en de veelvuldige regen op sommige plaatsen de weg over bijna honderd meter overspoelden. De rit ging verder over het maanlandschap op het hoogland en tegen zes uur kwamen we opnieuw langs de hut waar we enkele dagen voorheen genoten hadden van het natuurlijk warme buitenbad. Maar de eindbestemming was Nyidalur, zo'n 50 kilometer en drie rivier doorwadingen verder, dus gingen we door op Red Bull en chocolade.

Met de vlag van de vorige hut nog inzicht vatten we de volgende rivier doorwading aan. Dat lukt steeds vlotter, zo vlot zelfs dat Stef in zijn jeugdig enthousiasme de ketting van zijn KTM superenduro brak. Waarschijnlijk een steen uit de rivier. We repareren de ketting maar er blijken drie schakels verdwenen. Met een te hard gespannen ketting neemt de lichtere Kevin het stuur over en wordt de baggage in de jeep gestoken. Ondertussen repareerde ook Michael zijn fiets, daar waren twee bouten verdwenen uit de ophanging van de koffers.

Een uur later zijn we terug op weg. Het is al na negen als we de hut in zicht krijgen ... aan de overkant van een rivier die een 100 tal meter breed stond. De combinatie van opnieuw veel regen en smeltwater maakte dat het water aan het einde van de dag extra hoog stond. Maar het waren vooral de laatste 5 meter die zelfs de jeep bijna verzopen. Met vereende krachten en de hulp van een ranger trokken we er alle KTM's doorheen. Voor de BMW zochten we een andere weg stroomopwaards door de rivier om het diepste punt te omzeilen.

13 uur en 380 kilometer na ons vertrek die ochtend werkten we nog snel een pasta binnen in de hut tussen al slapende trekkers, om vervolgens te genieten van onze welverdiende nachtrust.

De Route (eventueel te splitsten over twee dagen):

IJsland Off Road - Dag 9: Moet er nog zand zijn?

Terug van onze overnachtingsplek namen we nog even ontbijt in het lokale tankstation/winkel/cafe/koffiebar. Van daaruit zetten we koers richting Askja, de vulkaan daar herbergt een prachtig kratermeer en dat wilden we zeker gezien hebben. De weg ernaartoe bleek - na het asfalt stuk - behoorlijk pittig. Bij de tweede doorwading ontmoetten we drie Russische motards op BMW GS-en. Ze waarschuwden voor 15 km zand verderop, wat mij allesbehalve plezier deed. Maar goed, het einddoel was interssant genoeg om even door te bijten. De doorwading leverde mij  alvast een sticker op van de BMW Motorrad Club Russia. En nadat we onze Russische vrienden een handje geholpen hadden steeg mijn zelfvertrouwen, mintens twee van de drie waren duidelijk niet voorbereid op een reis zoals deze. Nu bleek verderop dat ze geen ongelijk hadden wat betreft het zand. Hoe dichter we bij de vulkaan kwamen, hoe meer het soort maanlandschap veranderde in een zwarte Sahara piste. Plezant voor wie er van houdt, zwaar werk voor wie het haat. Het was al tegen 20u aan als we aankwamen op de winderige lava vlakte die dienst doet als kampeerplaats. Tenten opzetten in een cirkel en een snelle hap om aan te sterken, en de liefhebbers konden nog een tochtje maken naar het kratermeer. Drie uur later was de groep terug voor een slapeloze nacht in tentjes die heen en weer gezwiept werden in de eindeloze rukwinden.

De Route:

IJsland Off Road - Dag 8: Go North

Vandaag doen we het noord-Oostelijke deel van IJsland aan. Einddoel van de etappe is Langanes, tot voor kort het dichtste punt bij de poolcirkel in IJsland (tot de geografen de zaak eens herberekenden). Het werd een snelle trip met alle mogelijke variaties aan gravel wegen, gravel, gravel met modder, gravel met keien, gravel met wasbordjes, de IJslanders hebben de kunst van gravel wegen maken in alle finesses doorgrond. Het schiereilend Langanes vormt het uiterste puntje van IJsland en ook van onze reis. Het is ook het einde van de wereld voor de mens. Je vindt er nauwelijks bewoning op een paar boeren na, en de bewoners van het vissersdorp Porshofen waar we benzine en rantsoen konden inslaan. Het rijk is er aan de vogels. sternen en meeuwen bij de vleet, en ook de grappige papegaaiduikers bevolken daar de rotskusten. Wij volgden het pad richting vuurtoren en op een rustig plekje konden we ons wildkamp opslaan terwijl een kudde wilde paarden zich uit de voeten maakte.

De verse vis uit het haventje verderop werd op het vuur gegooid 'en papillotte' met een geheime kruidenmengeling afgewerkt met Ijslandse 'Brennivin'. Het smaakte heerlijk en we sloten de avond met een kampvuur dat kon wedijveren met de vuurtoren even verderop.

IJsland Off Road - Dag 7: Woensdag Walvisdag

Halverwege de reis nemen we een dagje vrijaf. We startten met een excursie in de baai op zoek naar wal- en ander vissen. De vangst leverde 10 dolfijnen en een bultrugwalvis op. De namiddag kon iedereen zijn zin doen, relax. En 's avonds staat papegaaiduiker op hut menu, yummie.

IJsland Off Road - Dag 6: Terug naar de beschaving

Met de routine van de vorige dag in de benen was rit over de kale hoogvlakten te vergelijken met een uitstapje in de Vlaamse Ardennen. Door rivieren en plassen allerhande, rotsen en keien en steeds met wonderbaarlijke landschappen rondom ons. In de verte lokken besneeuwde bergtoppen die ons naar het schiereiland Tjornes zullen leiden. Grondwerken Kevin zorgt als verkenner nu en dan voor wat extra animatie door zijn KTM as-diep te parkeren in het drijfzand en verderop door zijn voorwiel aan volle snelheid te neer te zetten in een put van 30cm, zonder veel erg gelukkig. Naarmate we afdalen naar zeeniveau wordt het lekker warm en we halen zelfs meer dan 18 graden, een hittegolf noemen ze dat hier. Die afdaling zorgt geografisch nog voor een paar spectaculaire extra's, met name watervallen. We bezoeken de Aldeyjarfoss, die omgeven is door basaltzuilen, in één woord: prachtig. De camping in Husavik verwent ons met een luxe die we sinds Reykjavik niet echt meer gekend hebben: douches (inclusief zwavelgeur). Proper gewassen maken we ons klaar voor de Belgische avond, biefstuk friet dus. De frieten werden team-gewijs gesneden uit verse patatjes en beenhouwer Bart sneed de steaks gelijk nen echten. Spijtig genoeg werd de olie niet warm genoeg om ook echt frieten te bakken ('t zal iets met die waterkoeling geweest zijn zeker). Om op deze Belgische avond de handelsbetrekkingen met IJsland op scherp te stellen werd de avond afgesloten met een 'discreet' bezoek aan de lokale horeca.

De Route:

IJsland Off Road - Dag 5: En ... Actie!

De dag kondigde zich niet heel enthousiast aan: druilerig weertje, vocht in de kleren en wegen die  je niet echt off road kan noemen. Wel levensgevaarlijke baantjes met een mengeling van aangeharde gravel, losse steentje, putten links en rechts en dit alles overgoten met een sausje van modder op de meest onverwachte plekken. We bereiken Varmahlid op de middag. Met een stevige cheesburger achter de kiezen kon de pret nu echt beginnen, dit is de dag waarop we voor het eerst rivieren gaan doorwaden. De F752 richting Zuid werd steeds kleiner en ruwer terwijl de bergen rondom om onze aandacht vechtten. De eerste doorwading was al meteen prijs, wat normaal een inlopertje moest worden bleek al direct bijna knie-diep te zijn. Kevin, onze betrouwbare gids en voorrijder van de voorbije dagen, toonde meteen hoe het niet moet en kon maar ternouwernood van een nat pak gered worden door rots-in-de-branding-Stef. De stressfactor stijgt meteen flink, iedereen stelt zich, gehuld in vissersbotten, op langs het ideale pad en een voor een maken motor en piloot de oversteek. Iedereen werkt de klus zonder problemen af, de toon is gezet voor de rest van de namiddag. Er volgen nog drie doorwadingen (waarvan twee ook als dusdaning op de kaart staan) voor we op de hoogvlakte net ten noorden van de Hofsjokull kunnen bivakkeren. Uit een kort gesprekje met een Zwitser die ons tegemoet kwam in een grote survival truck leren we dat er onderweg ook nog grote stukken weg onder water staan, grote plassen zegt hij. Zal wel meevallen denken wij, tot we na talloze lange diepe plassen bij een ware overstroming komen die drie keer zo breed is en dieper dan de strafste rivier doorwading van de dag. Cool bewaren en blijven gaan en zo steken we nog een paar mini-meertjes over. De namiddag is al flink gevorderd als we aan de derde grote doorwading komen. Tamelijk breed, snelstromend water en net iets te diep om er alle vertrouwen in te hebben (tot boven de knie, mijn knie). In theorie kan de BMW Adventure op de hoogste stand dit aan, maar dat was buiten een golf gerekend die zijn weg zocht naar de luchtfilter. Boenk stil in het midden van de rivier. Met vereende krachten werd motor naar de overkant getrokken en de draineringswerken konden beginnen. Terwijl de rest de oversteek maakt werken we aan het vrij maken van de luchtfilter en als blijkt dat we die kunnen uitwringen als een natte vaatdoek is ons vermoeden bevestigd. Volgende stap: bougies uitdraaien. Fluitje van een cent, ware het niet dat in de sleutelset van de BMW de bougiesleutel bleek te ontbreken. En alle KTM's hebben een andere maat. Het is pas na een half uur prutsen met te grote dopsleutels en zelfgemaakte hulpstukken dat chef depaneur Bart nog eens een blik werpt in de materiaalkoffer van de jeep en merkt dat daar alsnog de juiste sleutel in zit. Vanaf nu gaat het snel. Als was het een geolied formule 1 team helpt iedereen mee om de duikboot uit Beieren van zijn water te ontdoen, alles terug in elkaar te zetten, test, start, go! Het is ondertussen na zessen en we moeten nog een eindje. Het laatste stuk verloopt vlot, de laatste rivierdoorwading wordt genomen zonder gebruikelijke voorzorgen alsof we al jaren niets anders doen op de weg van en naar het werk.

De welverdiende rust krijgen we in het natuurlijk bad op onze bivakplek in Laugafell Het water komt daar als bij wonder op perfecte bad-temperatuur uit de grond. Nog snel een lekkere warme hap en we kunnen de vermoeide botten neervlijen in de tenten. Of tot een kot in de nacht doorfilosoferen over goed en kwaad en de zin van het leven. En dat met maar één getuige: mr. Jack Daniels.

Speciale dank vandaag voor het ganse team dat mij en mijn motor weer op weg geholpen heeft, zonder vragen, gezaag of verwijten, als een grote familie. Thanks!

De Route: (opgelet, enkel met een degelijke off-road motor doenbaar, BMW GS best voorzien van snorkel, kous over de luchtinlaat of gewoon heel traag doen)

IJsland Off Road - Dag 4: Over bospoepers en ander vreemde namen in vreemde talen.

Na de derde dag onderweg begint er van alles te bewegen in zo'n groep. Bijnamen, al dan niet uitgesproken in publiek, brengen de onderliggende gedachten stromen naar boven. De mannen met een body mass index (BMI) gelijk aan hun schoenmaat verwijzen naar de smallere medemens als 'de stylo'. Op zoek naar een tegen-bijnaam verschijnt in mijn visueel brein dan het beeld van zo'n dikke artline stift, een alcoholstift dus ... Chef Stef heeft geen extra bijnaam nodig en Maja de bij ligt ook voor de hand. Ik vraag mij af of dat straks allemaal in het boekske van Rikske de reporter gaan verschijnen. Aan het einde van de dag maakt de hilariteit over gids Bart zijn gebrek aan kennis van het Hollands (we gaan in het gleufje rijden, laat u maar gans gaan) iets los in mijn hersenen. Zou hij de enige, echte bospoeper zijn? Hij koos er namelijk voor om wildweg te gaan kamperen op een hoop rotsen op een paar kilometer van het dichtst bijzijnde en enige openbaar toilet op het schiereiland Vatnsnes. Of is dat dan een boskakker? Al die onzin over bijnamen doet ons bijna vergeten dat we gisteren bijna 300 km off road reden zonder noemenswaardige regen. En dat we langs een serie natuurwonderen met moeilijke namen reden die een halve toeristische gids van IJsland kan vullen. In volgorde van verschijning: Geysir (warmwaterbronnen),  Gullfoss (waterval), zwavelvelden in Kjolur en de beroemde vogelrots Hvitserkur om het rijtje af te sluiten. Alleen de zeehonden bleken niet op het appel, hopelijk kan Bart den depaneur er een dagje later alsnog eentje knuffelen.

IJsland Off Road - Dag 3: Met vallen en opstaan

Dag drie (op de FB pagina van Endurofun dag twee) was wat men in wielertermen een kuitenbijter zou noemen. Het begon met wat vals plat in de vorm van gravel wegen die stap voor stap ruwer werden. David vond dat blijkbaar allemaal maar niets en ging na een onverwachte rookstop van start met de branie van Bart Bronkaert toen hij nog mossels kookte. Resultaat: een ongewenste wheelie, KTM in de gracht, onbreekbare endorobakken met een gat erin en ductape om een gescheurde broek samen te houden. Maar met de 'cool' van David bleef alles in orde, gelukkig zat er geen whiskey in de dubbele wand van de bakken. De rest van de dag bleven de valpartijen voorbehouden voor ondergetekende, zand - of in dit geval vulkaanas - het is mijn ding nog niet helemaal. Gelukkig val je er zacht in.

De uitdagingen die we op onze weg vonden volgden elkaar in sneltempo op: zand dus, modder, losse gravel, stijle uitgespoelde paden met losse keien, rotspartijen en dat allemaal overgoten met een flinke hoeveelheid hemelwater. Het perfecte excuus om de natuurelementen te tarten en in open lucht in een warmwater bad te gaan zitten. En de weergoden toonden zich voor eventjes verslagen want de spaghetti bolognese à la facon Endurofun - lees 'vol verassingen' - kon verorberd worden onder een klein zonnetje.

Oh ja, vertelde ik al dat dit alles door ging in alweer fenomenale landschappen?

De Route:

IJsland Off Road - Dag 2: Even inrijden

Navigatie in IJsland zou eenvoudig moeten zijn, er liggen namelijk nauwelijks wegen. De juiste container met onze motoren vinden in de haven van Reykjavik bleek dan net weer iets moeilijker. De taxichauffeur zijn irritatie steeg zienderogen samen met zijn taximeter, tot onze grote gids eindelijk het juiste straatje had gevonden. Vreemd volkje toch die eilandbewoners.

Na het ompakken van de bagage, de obligate last minute reparaties en nog even tanken en kon de eerste inlooprit van start. Geheel in IJslandse traditie zetten we koers richting Noord in de stromende regen. Maar een uurtje later werden we al helemaal betoverd door het landschap, je verwacht elk moment een cycloop achter de volgende tafelberg zien vandaan komen of een hobbit die zit te vissen bij een riviertje. Het offroad gebeuren was een inlopertje, pistes met wat rotsen en plassen maar niets wat meer techniek vereist dan blijven zitten en genieten. Niet te snel rijden en wat rondkijken en plots zie je een gigantische gletscher verschijnen aan de horizon. Dan begin je te zien hoe dit onafgewerkt land is ontstaan, gigantische natuurkrachten die de grootste door de mens gemaakte machines doen krimpen tot vlooien.

Nog zo'n bevreemdend schouwspel is de Hraunfossar, het water van een stevige bergrivier zoekt zijn weg door de lava lagen en stort vervolgens over een kilometer breed terug in de rivier. Voldoende interessant om er een parking bij aan te leggen en er vier studenten met een enquete op af te sturen. Over een paar jaar betaal je hier dus waarschijnlijk een paar honderd krone toegangsgeld.

20140713-071245-25965478.jpg

20140713-071245-25965478.jpg

Met de avond kwam ook de zon en konden we voor het eerst onze tenten opslaan zonder nog natter te worden. De BBQ van Chef Stef smaakte heerlijk, de losgelaten jongeren op de camping zongen tot diep in de nacht die nooit donker werd.

De Route:

IJsland Off Road - Dag 1: The fine art of slow travel

Reizen met de motor is zo fijn omdat het een paar dimensies toevoegt aan 'The fine art of slow travel' (Lees: 'The Idle Traveller').  Je kan vanop de motor landschappen, landen en steden aan je voorbij zien glijden en zachtjesaan van de eene ervaring in de andere glijden. Dat kan ook in de auto of de trein, maar de motorrijder voelt de wind (en de regen), ruikt de natuur (en diesel op de weg) en kan gemakkelijk overal stoppen. Slow travellen op z'n best doe je dus op de motor. In de aanloop etappe van deze IJsland expeditie werd ons echter niet veel van dat plezier gegund. File op de ring van Antwerpen, wachten en wachten op Schiphol, een vliegende sigaar in, donkere busrit over een soort maanlandschap ... en hopen dat de motoren veilig aangekomen zijn in de haven. Maar zo'n paar uur verveling is natuurlijk ideaal om de medereizigers te leren kennen.

Hoewel je natuurlijk nooit te snel mensen mag vastpinnen zijn er al direct een paar trends zichtbaar: Ieder heeft zijn verslaving: De één rookt als een geysir, de ander drinkt als een walvis en nog anderen doen hun ogen 's morgens niet open zonder een kop koffie gedronken te hebben. Er zijn luide figuren die altijd wel een sappig verhaal of hilarische uitspraak klaar hebben, en er zijn stille figuren die observeren en bedenken. Beide zijn nodig voor een goede sfeermix. Iedereen heeft zo'n beetje last van het 'heb ik wel alles mee' syndroom, sommigen terecht (oeps, import papieren niet mee), anderen hebben het goed geregeld en nog anderen hadden liever nog een remorque mee getrokken. Benieuwd wat deze mix gaat geven eens we vertrokken zijn.

Dag 3: Westwaards richt Oostkantons

Net zoals het een tijd duurt om in het hart van de stad te komen, zo ben je ook wel even onderweg eer je terug in het open veld bent. De route neemt ons Zuid-Westwaards in de richting van het Eifel natuurpark. Over de Rijnvlakte langs provinciale wegen komen we goed vooruit en genieten tegelijk van de wijdse omgeving. En even plots als op de heenweg gaat het landschap weer over in het heuvelachtige Eifel. Zin in een kop koffie? Stop dan zeker in het historische centrum van Nideggen.We karren vrolijk verder richting Hoge Venen en Oostkantons en voor je het weet zien de dorpen en straten er weer helemaal Belgisch uit. Even langs in de lokale supermarkt en we hebben alles voor een picnic. Het vinden van een picnic plekje verloopt iets minder vlot en na we omzwervingen langs de Vesder en voorbij de enduro terreinen van Bilstain poten we ons neer op een schaduwrijk pleintje bij de kerk van Thimister-Clermont. Geen zin om te klooien met een Zwitsers mes? Dan kan je op datzelfde pleintje terecht in Le Fourquet waar ze een democratische dagschotel serveren (ook op terras). Wij sloten de toeristische rit hier af, de snelweg bracht ons terug op tijd naar huis voor het avondeten. Wie meer tijd heeft kan van hieruit verder met een rit door zowel de Belgische Ardennen als het Haspenhouwse land van fruit en andere boomgaarden.

Interessante links:

Dag 2: Op zoek naar de bron van de Sieg

De Bron van de Sieg

De Bron van de Sieg

De Sieg is in deze buurt nog slechts een uit de kluiten gewassen beek, maar omdat ze gisteren de bron was van veel motor plezier verdient ook de Sieg een vermelding in onze bronnen special.  Op zoek dus naar de bron van de Sieg. Wikipedia vertelt ons dat we de oorsprong van deze rivier moeten gaan zoeken in het dorpje Walpersdorf  Zoals de meeste rivieren komt ook de Sieg niet zo maar opborrelen op een dorpsplein. We zullen het wat verder moeten gaan zoeken in de ietwat hoger gelegen bossen waar tal van bronnen ontspringen. Ondanks de coördinaten die we op het internet vonden, vraagt het toch nog wat speurwerk om het juiste pad te vinden. Daarbij leren we dat de bossen hier doorkruist worden met tal van onverharde weggetjes die, voor zover we konden vaststellen, helemaal legaal verkend kunnen worden. Trail rijders met een dagje extra kunnen hier gerust de baggage in het hotel laten en met een goede kaart de bossen gaan verkennen. Hou het wel een beetje rustig en beschaafd, dan kan je misschien, net als wij, een reetje door het bos zien huppelen. Een gelijkaardig pad brengt ons uiteindelijk tot de (of een) bron van de Sieg. Zo'n anderhalve kilometer bosweg, gemakkelijk bereidbaar met een zwaarbeladen BMW GS (twee personen met baggage), dus doenbaar voor iedereen met voldoende grondspeling om een gemiddelde stoeprand op te rijden.

Na dit stukje light-off-road avontuur cruisen we door het Rothaargebirge langs alweer de mooiste en leukste motorwegen. Hoe verder Oostwaards je gaat, hoe minder verkeer je tegenkomt. De route neemt ons vervolgens terug in Noord-Westelijke richting door nog meer bergachtig gebied, een beetje de Ardennen in het groot. Verderop komen we twee keer langs hoogelegen uitkijkpunten, de perfecte plek om de mooie natuur te overschouwen en iets te drinken. Een idee dat blijkbaar veel motorrijders hebben want op een zonnige weekend dag staat de parkeerplaats hier steevast vol met tweewielers allerhande.

Voor de lunch kunnen we andermaal niet weerstaan aan de geneugden van een Gasthof (Gasthof Kramer, net voor Nuttmecke) met terras en een bord: 'Biker Wilkommen'. Genieten van de zon en wat verfrissing. De rest van de rit zal ons richting Keulen nemen. Ideaal voor wie de rit wil combineren met een kleine city trip. Keulen is een bruisende stad met tal van leuke eethuizen en terassen. Langs de Rijn vind je de oerduitse biergartens met serveuses in traditionele klederdracht, een kilometer naar het Westen bevinden zich de hippere tenten waar het jonge Duitse volkje zich bij ons bezoek op zondagavond vergaapte aan parade van luidruchtige supercars. Nadeel is wel dat je bij het aanrijden van de stad al zo'n 30 kilometer op voorhand op mooie maar tamelijk drukke wegen terechtkomt (met flitspalen), en dat is toch een contrast met de Hansje en Grietje bossen in het echte Bergisches Land.

Interessante links:

Dag 1: Van Hasselt tot Siegen

Bij het buitenkomen van het hotel blijkt het toch nog behoorlijk lentefris, maar de zon maakt zich al op om onze motorpakken op een aangename temperatuur te brengen. Ideaal motor weer dus, en al snel rollen we de ochtendzon tegemoed. De eerste etappe van de trip gaat gewoon snel en efficient Hasselt uit richting snelweg om het echte startpunt van de route in Aken te bereiken. De GPS instellen op de start van de route Aken-Siegen volstaat op je tot daar te brengen. Ben je op tijd in Aken (bvb om 10u) dan heb je nog de tijd voor een bezoekje aan de Dom dat is meteen de plek van waaruit we verder gaan rijden. In de autovrije straten rondom de Dom kan je ook terecht voor een kop koffie, al dan niet op een terrasje. Van hieruit vertrekt de route richting Zuid-Oost de stad uit en na een paar buitenwijken kom je meteen in het groen terecht. Langs de Noordelijke kant van de Eifel geniet je van de eerste bochtenseries, maar dat zal nog maar een voorsmaakje blijken van wat komen zal, we rijden rond Keulen langs de Zuidkant en dat betekent dat we door Bonn zullen passeren. Voor we de voormalige hoofdstad van West-Duitsland bereiken doorkruisen we echter eerst de Rijnvlakte. Deze machtige rivier heeft ervoor gezorgd dat het Eifel gebergte abrupt overgaat in een vlakte vol velden. Je voelt je eventjes ergens in centraal Frankrijk. Honger? Dan is Traditionshaus Zur Linde in Swisttal een aanrader, als je van traditioneel Duitse keuken houdt natuurlijk.

De passage door Bonn is niet toevallig gekozen, dit is namelijk ook de stad waar de rivier de Sieg uitmondt in de Rijn, en die rivier zal ons voor de rest van de dag vergezellen richting ... Siegen. Eerst moeten we echter de stad uit, de buitenwijken lijken eindeloos uit te lopen, tot we links afslaan, door een wijkje rijden en vervolgens de natuur induiken met twee haarspeldbochten. De bijrijdster van dienst kant ophouden met de studie van de lelijke Duitse architectuur, nu is de fun opnieuw aan de piloot. Vanaf hier gaat het langs de Sieg en over de flanken op en neer tot Siegen. Een volle namiddag stuurplezier met een stadje links en recht voor de afwisseling. Puur genieten!

Siegen mag dan al een tamelijk uit de kluiten gewassen Universiteitsstad zijn, veel valt er niet te beleven. We kozen dan ook voor een rustig Hotel net buiten de stad waar we getrakteerd werden met een overdosis asperges rechtstreeks van bij de boer on de streek.

Interessante links:

Het Bergisches Land, waar Teutonen thuis zijn

Dit is een moto tripje voor elke motard die ondertussen de Abdij van Maredsous blindelings kan vinden en de bochten rond La Roche persoonlijk bij naam kent. De motard ook die de grens al eens over stak naar het Eifel gebergte maar nu op zoek is naar een alternatief. Het Bergisches land is zo'n alternatief. Oostwaards rijdende voorbij Keulen kom je in een motor walhalla terecht waar plezante stuurweggetjes, haarspeldbochten en snelle zwiepers verbonden worden door heerlijk ruikende bossen en links en rechts een Gasthof om de inwendige mens te versterken. Ietsje verder weg dan de klassieke Ardennen trip maar ideaal voor een weekend met een of twee dagen extra. We vertrokken voor deze route vanuit Hasselt. Wie aan de ander kant van het land woont kan de avond tevoren vertrekken en in de stad van de smaak logeren, er zijn daar comfortabele tot luxueuze hotels bij de vleet die je graag ontvangen.

Alles artikels en routes van deze motor trip door het Bergisches Land vind je hier.