IJsland Off Road - Dag 4: Over bospoepers en ander vreemde namen in vreemde talen.

Na de derde dag onderweg begint er van alles te bewegen in zo'n groep. Bijnamen, al dan niet uitgesproken in publiek, brengen de onderliggende gedachten stromen naar boven. De mannen met een body mass index (BMI) gelijk aan hun schoenmaat verwijzen naar de smallere medemens als 'de stylo'. Op zoek naar een tegen-bijnaam verschijnt in mijn visueel brein dan het beeld van zo'n dikke artline stift, een alcoholstift dus ... Chef Stef heeft geen extra bijnaam nodig en Maja de bij ligt ook voor de hand. Ik vraag mij af of dat straks allemaal in het boekske van Rikske de reporter gaan verschijnen. Aan het einde van de dag maakt de hilariteit over gids Bart zijn gebrek aan kennis van het Hollands (we gaan in het gleufje rijden, laat u maar gans gaan) iets los in mijn hersenen. Zou hij de enige, echte bospoeper zijn? Hij koos er namelijk voor om wildweg te gaan kamperen op een hoop rotsen op een paar kilometer van het dichtst bijzijnde en enige openbaar toilet op het schiereiland Vatnsnes. Of is dat dan een boskakker? Al die onzin over bijnamen doet ons bijna vergeten dat we gisteren bijna 300 km off road reden zonder noemenswaardige regen. En dat we langs een serie natuurwonderen met moeilijke namen reden die een halve toeristische gids van IJsland kan vullen. In volgorde van verschijning: Geysir (warmwaterbronnen),  Gullfoss (waterval), zwavelvelden in Kjolur en de beroemde vogelrots Hvitserkur om het rijtje af te sluiten. Alleen de zeehonden bleken niet op het appel, hopelijk kan Bart den depaneur er een dagje later alsnog eentje knuffelen.